zaterdag 18 januari 2014

De voorbijganger

Je hebt ze in allerlei soorten en maten. Je ziet ze op straat, met stappen, bij de trein, in de supermarkt, op je werk. Overal. De voorbijganger. Ik ben al jaren gefascineerd door dit fenomeen. De voorbijgaande mens kan wonderbaarlijke gedaantes aannemen. Een normaliter zachtaardig persoon kan in de gedaante van een voorbijganger transformeren tot een haatdragend wezen. Ik zal enkele voorbijganger-gedaantes toelichten.

De arrogante voorbijganger. Deze soort komt relatief vaak voor en aardt goed in ruimtes als treinen of op het werk. Het is de 'ik doe net alsof het me niets kan schelen dat er op deze aardbol ook maar iemand anders leeft. Denk maar niet dat ik je zie, als ik hier wil lopen, loop ik hier' voorbijganger.

De quasi-nonchalante voorbijganger. Het is de 'ik doe net alsof ik best zelfverzekerd ben en heel goed kan multitasken' voorbijganger. Het is die mannelijke collega van een andere afdeling bijvoorbeeld, die terwijl hij jouw pad kruist quasi-nonchalant met een balletje stuitert en een heel ongebruikelijke move moet maken om het balletje weer net zo quasi-nonchalant te vangen. Daarbij doet hij overigens alsof dit geheel volgens planning was.

De ik-kijk-naar-de-grond voorbijganger. Deze voorbijganger wil waarschijnlijk zo min mogelijk opgemerkt worden door andere voorbijgangers. Het is de 'ik weet heus wel dat ik nu langs je loop, maar dat hoef ik toch zeker niet aan jan en alleman te laten zien?' voorbijganger.

De linksom-rechtsom-toch-linksom voorbijganger. Dit is in de voorbijgangers wereld ook een relatief dominante soort. Hij komt regelmatig voorbij en is tevens diegene bij wie het ook het langste duurt voor hij voorbij is. Het langs elkaar lopen blijkt namelijk al een grote opgave te zijn. Meestal eindigt dit 'linksom-rechtsom-toch-linksom' voorbijgaan in een gelach van beide personen. Jammer is het echter als je hier ook nog eens de arrogante voorbijganger treft. Die zal namelijk net doen alsof het volledig aan jou te danken is dat het voorbijgaan zo stroef gaat en jouw coördinatie vermogen nu eenmaal zijn beperkingen kent. Vaak eindigt dit met een zucht van de arrogante soort. Helemaal lastig lijkt het me daarentegen als het 'linksom-rechtsom-toch-linksom' spel gespeeld wordt met de quasi-nonchalante voorbijganger. Als je tijdens het toch al lastige kruisen ook nog moet proberen zijn quasi-nonchalante, ongebruikelijke bewegingen te ontwijken.

De starende voorbijganger. Het is de voorbijganger waarvan je het vermoeden hebt dat hij je al 300 meter van te voren in het vizier heeft en dit niet onder stoelen of banken probeert te steken. Ongemakkelijk is het als jij dit ook al 300 meter van te voren door had, je er niet prettig bij voelt en jezelf gaat gedragen als een combinatie van de 'ik-kijk-naar-de-grond' en de arrogante voorbijganger. Genant wordt het als je met deze voorbijganger ook nog eens in het 'linksom-rechtsom-toch-linksom' gebeuren terecht komt.

De vriendelijke voorbijganger. Mijn favoriet. Deze voorbijganger haalt bij alle andere typen voorbijgangers zijn schouders op en denkt: waarom zo moeilijk doen. De wereld is al vol met oorlog, honger en haat. Ik geef de ander gewoon een glimlach en maak zijn dag weer goed. Duizend maal chapeau voor deze voorbijganger. Hij overtreft alle anderen.

Wat ben ik dan zelf voor type? Ik wil graag uitsluitend de vriendelijke voorbijganger zijn, maar moet helaas toegeven dat me dit niet altijd lukt. Ik ben bang dat ik alle bovengenoemde gedaantes aan kan nemen en aan heb genomen in het voorbijgaan, soms los van elkaar en soms allemaal door elkaar heen. Ik kan in elk geval zeggen dat het me nog lang niet altijd zo soepeltjes afgaat als ik eigenlijk zou willen.




zaterdag 11 januari 2014

Mannendingen

Goed. Wij vrouwen hebben bijzonder veel excellente eigenschappen. Zo zijn we over het algemeen lief en zachtaardig, slim, doordacht en gevat. Daar komt nog eens bij dat we ontzettend ambitieus zijn en vaak ook nog eens best wel stoer. Vrouwen kunnen 35 dingen tegelijk, waar mannen soms al moeite hebben met zich op één taak focussen (sorry mannen, ik maak het straks goed). Een vrouw is daarnaast ook een levende encyclopedie van gebeurtenissen in haar leven - en dat van anderen in haar omgeving: ze vergeet nooit wat. Met zoveel positieve kenmerken, begin je je als vrouw soms wel eens af te vragen hoe het voor mannen moet zijn om al die dingen niet te kunnen. Om dus een man te zijn.

In het kader daarvan ben ik maar eens voorzichtig begonnen met me wat meer verdiepen in typische mandingen. Al snel kom je dan op vissen, sigaren roken en wildplassen. Niet echt dingen waar een vrouw per definitie heel blij van wordt. Laat staan dat het interessant is hiervan zelf iets uit te voeren. Er zijn echter ook nog andere activiteiten of handelingen te verzinnen, die veelal beoefend worden door het manvolk - maar waar wij vrouwen niet perse vies van zijn. In het kader van verdieping én ook wel een beetje sympathie met mijn mannelijke medebewoner, probeer ik zo nu en dan ook wat mannendingen te doen.

Allereerst ben ik ook maar eens begonnen met bier drinken. Een goudgele rakker zo af en toe (nee, dit klinkt gewoon echt niet uit de mond van een vrouw), is niet zo verkeerd als ik vroeger dacht. Hierbij moet ik overigens ook toegeven dat met meerdere bierdrinkende vriendinnen de aanmoediging in dit geval misschien niet uitsluitend mannelijk van aard was.

Een ander in mijn ogen typisch mannendingetje (waarschijnlijk word ik nu door meerdere vrouwen uitgelachen) heeft alles te maken met dat andere typische mannending: de auto. Laat er geen twijfel over bestaan: ik kan goed autorijden. Misschien helpt het als ik eraan toevoeg dat dit beaamd is door mannen. Op de een of andere manier echter, durf ik het nooit aan de versnelling in de winter 's nachts in zijn één te zetten. Nadat mijn geduldige vriend meerdere keren tegen de auto heeft staan duwen, om te bewijzen dat hij echt niet zelf kan gaan rijden, ben ik nu overtuigd. Voortaan zet ik hem in koude nachten 'gewoon' in zijn één.

Iets waar ik me in eerst ook altijd hevig tegen verzette, is het kijken van crime series. Waarom zou ik dat immers doen als je vervolgens drie weken lang niet kunt slapen - en je kastdeuren open en dicht doen, quasi nonchalant onder je bed kijken en bij ieder geluidje zo stil mogelijk blijven liggen (en je partner dwingen dit ook te doen) tot het vaste bedritueel horen. Toch ben ik nu uit sympathie - en misschien ook wel met het idee dat er dan af en toe ook een jankfilm kan worden opgezet - mee gaan kijken. En ik moet toegeven: het is best verslavend en zolang ik niet alleen slaap hoef ik het bedritueel ook niet uit te voeren.

Dan is er nog iets wat in dit proces niet uit kon blijven. Wilde ik me enigszins in het manzijn kunnen verplaatsen, dan moest ik toch zeker een keer datgene doen waar iedere man ter wereld 's nachts voor kan worden wakker gemaakt. Een potje Playstationen. Juist. Hoewel vrouwen zich met duizend dingen kunnen vermaken, bestaat er voor ons niets wat ook maar iets in de buurt komt van dit soort tijdverdrijf. Ik moest me er maar eens aan wagen en daagde mijn vriend uit voor een potje. Die wist me meteen te vertellen dat het misschien verstandiger was samen een tegenstander uit te dagen. Dat bleek een goede zet. Het ondertussen moeten onthouden waar alle 300.000 knopjes op de controller voor stonden, zorgde ervoor dat ik toen mijn mannetje net goed stond per ongeluk op de verkeerde knop drukte. Wist ik veel. Misschien kunnen mannen toch ook wel een beetje multi-tasken.

Weet ik nu een beetje hoe het is om een man te zijn? Bij lange na niet. Zo heb ik me niet gewaagd aan het uren staren naar een dobber, aan drie uur lang met vrienden een bal over koppen (au!) en aan het op de eerste zonnige dag van het jaar in een t-shirt lopen (en op de tweede in korte broek en slippers). Ik moet echter toegeven dat - met uitzondering van het potje Playstationen - de mannen probeersels me goed bevallen zijn. Dat laat onverlet dat er een hoop overblijft waar ik me als vrouw niet aan wil wagen. Ik gok echter dat dit andersom ook zo geldt.