donderdag 16 april 2015

De fronsrimpel

Er zijn in een mensenleven bepaalde mijlpalen. De eerste keer schuifelen, je eerste kus, je eerste eigen auto, afstuderen, een baan en huis. Ik noem zo maar wat willekeurigs. Nu zijn dit over het algemeen, gênante eerste kus-ervaringen daargelaten, positieve mijlpalen. De - recente - ervaring leert echter, dat het dus niet allemaal rozengeur en maneschijn is. Heus niet. Want mijlpalen beleef je bij het ouder worden, en bij het ouder worden komt op een bepaald moment ook iets anders kijken. Iets waar je tot dat moment nog geen rekening mee gehouden had. En wat patsboem voor je verschijnt, in de spiegel welteverstaan. De rimpel, of in mijn geval: de fronsrimpel.

Kijk, ik ben heus niet van gisteren. Ik heb de fronsrimpel heus wel eens op zien duiken na een langdurig potje serieus kijken. Maar zoals hij kwam, vertrok 'ie ook altijd weer. Tot dat ene moment in de auto. Wat bedoeld was als een snelle blik in dat kleine spiegeltje, ontaarde in een poging mijn voorhoofd dermate strak te trekken dat de rimpel verdween. Met uiterste precisie. Want wat wilde het geval: dat deed hij niet meer uit zichzelf. Een tweede poging tot straktrekken resulteerde overigens in een aanval vanaf de linkerflank, waar mijn vriend zich niet genuanceerd uitliet over mijn in zijn ogen absurde gedrag.

Nu wil het geval dat van alle rimpels die je kunt krijgen, de fronsrimpel bij mij niet zo verrassend is. Want hoewel een lachrimpel misschien een wat gezelligere bijsmaak zou hebben, schijnt de frons mij niet onbekend te zijn. En toen ik me ging focussen op rimpels en fronsrimpels in het bijzonder, kwam ik erachter dat deze waarschijnlijk al permanent is binnengedrongen in de levens van velen onder ons. Tijdens een treinreisje zaten mijn mede forenzen vrijwel allemaal diep verscholen in hun telefoon. En hoewel bekend, viel het me nu pas echt op. Aan de onderkant van het voorhoofd, net boven de wenkbrauwen, zag ik ze. De fronsrimpels. Onze vergroeid-met-telefoon-en-beeldscherm generatie ontwikkelt in sneltreinvaart fronsrimpels. Ik ben dus niet alleen. 

What to do? Om het gebeuren niet verder te laten escaleren natuurlijk. Dit zijn van die dingen waarbij je denkt: had ik toch maar wat beter naar mijn moeder geluisterd. Ja, natuurlijk ben ik begonnen met crèmetjes smeren toen ik 20 werd, en met nog meer crèmetjes toen ik 25 werd (ik weet het, een eeuwigheid geleden). Maar om nou te zeggen dat ik dit altijd ontzettend consequent heb gedaan. Mwah. Zit nog wel wat ruimte voor verbetering. 

Of ik kan natuurlijk hetzelfde doen als die Zuid-Amerikaanse vrouw die al 40 jaar niet lacht of überhaupt een gezichtsuitdrukking toelaat. Ik ga denk ik toch voor de crèmetjes. Nu hopen dat ik het proces nog kan vertragen.